Tussentijds distantieer ik me wijselijk van het maatschappelijk Coronaspektakel. Als deelnemer aan een sector die voor 100 % wordt opgezadeld met de prijs van ‘wij samen’ waarover Jaap van Dissel geïrriteerd verzucht dat die ook al vervroegd weer aan het werk wil en daarmee de collectieve last wil ontlopen; “er komt een punt dat we niet verder kunnen versoepelen”. Jammer dus voor die mensen die zich kopje onder zien gaan. Waarom nou juist die sectoren niet mee mogen delen in de pret is niet duidelijk.
Gewoon, er zijn nou eenmaal groepen die niet mee kunnen doen met het jolijt voor de anderen, want dan zakken we met z’n allen door het ijs. Het Corona ‘samen’ bestrijden wordt relatief. Ik was al gewend aan uitsluiting als nevenverschijnsel van keuze voor een mooie dienstverlening, want ja, (betaald) seks bedrijven ligt nou eenmaal lastig bij de goegemeente, maar die uitsluiting tekent zich in deze crisis absoluut karikaturaal af.
Helemaal distantiëren lukt niet. Twitter uitzetten werkt niet, eens even mijn informatiebronnen negeren ook niet. Uit mijn televisiemonster schalt het “wij doen zus en wij doen zo” als sturing van de massa mijn hoerenhuiskamer binnen. Alsof er een verpleegster mijn onderkomen in een bejaardentehuis binnenstormt met een “we gaan ons eens lekker wassen, mevrouwtje Schippers” In verhoogd volume, want je weet maar niet met die oudjes. Ik hoor “we mogen er weer beter uit gaan zien als we ons aan de regels houden” En de woede slaat toe. ER BETER UITZIEN IS TOPPRIORITEIT?
Om de sportschoolsector ruimte te gunnen waar verspreiding van aerosols door meerderen bij inspanning in een afgesloten een ruimtekwestie was? Terwijl ik deelnemer ben aan een sector waar gemiddeld 1 op 1 gewerkt wordt met tevoren geselecteerde klanten. Onder meer geselecteerd op veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Altijd al, lang voor Corona. Ook de werkwijze is erop toegespitst, anders dan liederlijk losgaan in geiligheid bij privé-beslommeringen.
Míjn prioriteit is vooralsnog of ik mijn ziektekostenverzekering kan betalen ten behoeve van de ‘wij die er beter uit willen zien’ van de mij toebedeelde 1050 euro per maand. Dat wil zeggen de belofte daarvan; het met continuïteit voorschotten geven, om de pijn van de in de schoot geworpen verantwoordelijkheid voor de godganse samenleving te verzachten, hapert bij zwaar belaste gemeentes als de mijne, Den Haag.
Het schijnt dat in nood verkerende sekswerkers door dit mankeren worden doorverwezen naar de christelijke hulporganisatie de Haven die voedselpakketten biedt. Na een boete te hebben uitgeschreven voor ongehoord dissident werken. In schril contrast met het weer vrijgeven van vliegverkeer en het openen van de Europese grenzen waardoor zonnige vakantiebestemmingen weer bereikbaar zijn. Voor de andere ‘wij’ in onze samenleving dan de ‘wij’ die op sociaal minimum zijn gezet voor onbepaalde tijd.
Jaap van Dissel begreep wel dat vliegverkeer met beperkt protocol was vrijgegeven zonder voorafgaand RIVMonderzoek; er kan niet lucratief worden gevlogen met halve bezetting tenslotte. En er waren geen Coronahaarden bekend veroorzaakt door vliegverkeer. Dusss. Ook niet veroorzaakt door verhoogde activiteit in seksclubs, maar dat ‘voelt’ anders, waarschijnlijk.
Als een deskundige dan toch conclusies wil trekken met een natte vinger in de lucht. Het kan vriezen of dooien, orakelt Pelleboer en Koolmees orakelt na, bij beantwoording van Kamervragen van D66 over waarom sekswerk niet als andere contactberoepen beoordeeld met dezelfde criteria een vervroegde lockdown-exit is gegund. “Ik vind het onwenselijk dat sekswerkers….”.
Waarom, vragen we aan Pelleboer, pardon, aan van Dissel. De harde rechtsongelijkheid tergt me als kiespijn. Ik zou m’n kop tegen de muur kunnen slaan, maar het wordt alleen maar erger.
Roos Schippers, sekswerker.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je donatie is bestemd voor de auteur.