Halbe Zijlstra is een grote lul de behanger maar Mark Rutte een nog veel grotere. Om te laten zien hoe groot zal ik een klein verhaaltje vertellen. Dit is echt gebeurd.
Afgelopen vrijdag vroeg hij me mee naar die middelbare school waar hij iedere week lesgeeft.
‘Die kinderen weten geen reet,’ zei hij. ‘Dat wordt lachen.’
Dus wij naar die school.
‘Vorige week hadden we het over de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren zestig,’ begon hij. ‘Weten jullie nog? Dat ik tegen dokter Martin Luther King zei: dokter, daar moet je wat mee doen joh, met die droom. Hij had die nacht een waanzinnige droom gehad.’
Toen wreekte zich mijn gebrekkige historische kennis, maar volgens mij was dat geen slaapdroom maar meer zoiets van ‘zou het niet mooi zijn als puntje puntje puntje’. Als Van Persie weer in vorm komt, zoiets.
‘Hij was trouwens niet een echte dokter,’ ging Mark verder. ‘Hij was pastoor.’
Dat noteerde ik op een blaadje, want volgens mij klopte ook dat niet. En zo ging het de hele les door.
‘…en ik zei: Nelson, wees jij nou de verstandigste. Als ik boven Zwarte Piet kan uitstijgen kun jij dat ook met apartheid. Nelson was trouwens de kwaadste niet. Hij was wel behoorlijk kwaad maar de kwaadste dat was Winnie.’
‘…je had in de jaren dertig een groot gevaar in Europa. Dat was het gevaar van het bolsjewisme.’
‘…dus toen zei ik: daar komt niets van in Majesteit! Gaat u lekker naar Engeland dan neem ik die nazi’s te grazen. En zo gezegd zo gedaan.’
Hij sloot af met: ‘Oké, dat was het weer. Deze baas gaat poepen!’
En toen deed hij een micdrop zonder mic en banjerde het lokaal uit. De kinderen juichten op hun tafeltjes en ik dacht: flikt-ie het weer.
Wat een kameleon.
Van premier naar leraar naar poepende baas. Dat zie ik Thierry Baudet nog niet klaarspelen. Al wordt-ie premier, gaat-ie voor de klas staan en moet-ie poepen.
Dat kan alleen onze leider, onze vlagdrager, onze jokkende behanglul Rutte.