Vanuit de rechterhoek van het publieke debat komt vaak het verwijt dat anderen teveel bezig zijn met identiteitspolitiek, en daarmee de suggestie dat die anderen eenzijdig zijn en het algemeen belang negeren. Wat is identiteitspolitiek eigenlijk? En is het verwijt dat we door identiteitspolitiek oog verliezen voor andere zaken terecht?
Er bestaat geen eenduidige definitie van wat identiteitspolitiek is. Het begrip ‘identity politics’ dook voor het eerst op in de jaren ’60 van de vorige eeuw in de Verenigde Staten. De gedachte is dat mensen met een gelijke achtergrond samen hun politieke mening vormen en uiten en daarbij het individu negeren. Critici menen dat wie zich schuldig maakt aan identiteitspolitiek het groeps- en eigen belang boven het algemeen belangstelt stelt, als kuddedieren zonder eigen mening. Antiracisten, feministen en LGBT-activisten wordt dat vaak aangewreven. Het bedrijven van identiteitspolitiek is bovendien een veelgebruikte beschuldiging richting progressieve partijen, die zo als naïef weggezet worden, alsof ze hoofdzaken niet van bijzaken kunnen scheiden.
Iemand verwijten aan identiteitspolitiek te doen is voor uiterst rechtse politici en mediapersoonlijkheden een goedkoop trucje om tegenstanders onbenullig te noemen. Maar het is natuurlijk onzin. Ten eerste is de strijd van allerlei emancipatiebewegingen relevanter dan ooit, en ten tweede waarom zouden ze níet voor hun rechten en belangen opkomen? En de suggestie dat ze daarbij het algemeen belang over het hoofd zien is ongefundeerd en vals. Omdat de aanname dat personen systematisch de groepsidentiteit verkiezen boven die van het individu niet te bewijzen is kan je het concept van identiteitspolitiek niet overeind houden.
Gelukkig zijn er zat politieke partijen en politici die zich scharen achter de homorechtenbeweging en het hernieuwde feminisme en die zich uitspreken tegen racisme. Zowel om politieke als om principiële redenen. En dat is niet naïef, maar broodnodig. De gedachte dat dit ten koste zou gaan van hun ideeën en besluitvorming over andere belangrijke zaken is onterecht en kleingeestig.
Degenen die zich aan dit soort goedkope verwijten schuldig maken hebben meestal een behoorlijke berg boter op hun hoofd. Juist de populisten drammen en liegen al jaren over allerlei identitaire zaken. Elk jaar hetzelfde gezeur over feestdagen die niet meer zouden mogen. Redeloze ophef over genderneutrale toiletten. Boos worden om halal producten in de supermarkt terwijl dat núl invloed op jouw leven heeft.
Juist rechts betrekt voortdurend identiteit in de politiek. Wilders wil dat Nederland weer ‘van ons’ wordt en Baudet verspreidt racistische complottheorieën en zelfs filmpjes van de nazistische Identitäre Bewegung. Uit angst de boot te missen doen VVD en CDA vrolijk mee met geleuter over ‘onze waarden’ en maken plannetjes om het Wilhelmus te zingen op school.
Als identiteitspolitiek dan toch bestaat is het een rechtse hobby. Identiteitspolitiek is iets voor bekrompen geesten die een ander niets gunnen.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.